Skip to main content

Evaluatie Naleving Regeerakkoord in Mobiliteit en Openbare Werken

Regeerakkoord Sectie

1.1 Investeringsbeleid We zorgen voor een hoog investeringsritme. De budgetten werden gedurende de vorige bestuur-speriode (2014-2019) reeds ongezien verhoogd, maar bijkomende inspanningen blijven noodzake-lijk. Daarom gaan we resoluut door op het investeringselan en voorzien we extra middelen voor MOW-investeringen. Eenmalige kredieten worden uitsluitend aangewend voor investeringen in nieuwe infrastructuur of voor het stapsgewijs wegwerken van de historische achterstand binnen het structureel onderhoud van de infrastructuur. We geven prioriteit aan investeringen in fietsinfra-structuur, in het openbaar vervoer, in de door-stroming op het hoofdwegennet en in missing links De focus van het investeringsbeleid ligt op het woon-werk- en woon-schoolverkeer. We streven naar een ambitieuze modal shift. Het aandeel duurzame modi (te voet, per (e-)step, (e-)fiets of speedpedelec, eigen of via deelsystemen, en met collectief vervoer of taxi moet voor heel Vlaanderen toenemen tot minstens 40%. Ook de vervoerregio’s krijgen deze doelstelling inzake ambitieuze modal shift. Voor de vervoersregio’s Vlaamse Rand, Antwerpen en Gent streven we zelfs naar een aandeel van duurzame modi van minstens 50%. Het netwerk bestaande uit fiets-voorzieningen, collectief vervoer en mobipunten moet de ambitie van de modal shift bewerkstel-lingen. De realisatie van deze ambitieuze modal shift wordt zowel op Vlaams als op vervoersregionale schaal gemonitord. Vermits we inzetten op combi-mobiliteit meten we die combimobiliteit ook in het Onderzoek VerplaatsingsGedrag (OVG). Het OVG wordt zo aangescherpt tot een volwaardig beleidsinstrument dat inzicht biedt over de mobiliteit van de Vlaming. De evolutie inzake combimobiliteit meten we door het aandeel van elke vervoersmodus in elke verplaatsing te tellen. Heel wat autosnel- en gewestwegen hebben nood aan investeringen in onderhoud, verkeersveilig-heid, doorstroming en capaciteit. We weten dat ruim de helft van alle verloren file-uren zich situeren op slechts twee grote ringstructuren (R1 en R0). We geven dan ook prioriteit aan die locaties, gezien de nood en de vraag er het grootst is. In de vorige bestuursperiode zijn de vastgelopen investeringsdossiers voor de Ring rond Antwerpen en de Ring rond Brussel vlot getrokken. De projecten voor de R1 en R0 worden verder uitgevoerd. Het Toekomstverbond, afge-sloten in de Antwerpse regio in het kader van de Oosterweelverbinding, wordt verder zoals afge-sproken volledig (Oosterweel, Haventracé, overkappingen, modal shift, …) uitgevoerd en blijft een belangrijk speerpunt van de Vlaamse regering om de economische motor van Vlaanderen te versterken. Daarbij blijven we inzetten op een goede constructieve samenwerking met de verschillende partners, administraties, overheden en de maatschappelijke actoren. De verhoogde investeringsambities inzake mobili-teit vertalen zich door de concrete aanduiding van belangrijke investeringsprojecten voor de volgende regeerperiode – naast al deze die al vervat zijn in het GIP. Grote projecten (Vlaams niveau) R0 (inclusief programma ‘Werken aan de ring’) R1 (uitvoering Toekomstverbond) Grote projecten waarvoor ruimtelijk planningsproces of procedure complexe projecten loopt Nieuwe sluis Zeebrugge Extra containcercapaciteit Antwerpen Toekomstverbond (A102, tweede Tijsmanstunnel, Haventracé, Nx) KR8 (Kortijk) Opwaardering Kanaal Bossuit-Kortrijk (Seine-Schelde) Nx Zeebrugge Noord-Zuid Limburg N60 (Ronse) Viaduct E17 Gentbrugge (onderhoud en verbetering) (+studie) Grote projecten (andere) A8 (Halle) Ombouw A12 tot autosnelweg Tramlijn 7 (Gent) Ombouw N49 tot autosnelweg R4 Oost-West (PPS + quickwins) Spartacus – lijn 1 Spartacus – lijn 2 Verhogen bruggen Albertkanaal Verbinding Ieper-Veurne Nieuwe Steenbruggebrug + studie Dampoortsluis 11 Vlaamse spoorprioriteiten In de zoektocht naar extra investeringsmiddelen ten voordele van onze mobiliteit, onderzoeken we hoe we de inkomsten van de kilometerheffing voor vrachtwagens kunnen optimaliseren door van de belasting een retributie te maken. Binnen het beleidsdomein MOW evolueren we naar een integraal en modusneutraal investe-ringsbeleid. Het Geïntegreerd Investerings-programma (GIP) wordt ingezet met als doel de investeringen en onderhoud van het beleidsdo-mein gerichter en efficiënter te plannen, met scherpe uitvoeringstermijnen en beter af te stemmen op de beleidsdomeinbrede doelstel-lingen en prioriteiten. Het GIP treedt hierbij in de plaats van de aparte investeringsprogramma’s en onderhoudsprogramma’s van de verschillende entiteiten. Dit GIP geeft een overzichtelijker beeld van alle investeringen in het beleidsdomein. We zorgen hiermee voor een betere afstemming van geplande investeringen op de beleidsprioriteiten en voor een vroegtijdige afstemming van de investeringen van de verschillende entiteiten. Het GIP geeft tevens een beter zicht op de middelen die nodig zijn om de beleidsprioriteiten te kunnen realiseren. Het GIP is een rollend programma, dat jaarlijks opgemaakt en geactualiseerd wordt op basis van de bestaande planning. De horizon ligt op de 5 jaar voor de grote strategische investe-ringsprojecten en 3 jaar voor de projecten op kleinere schaal. De vervoerregio’s en lokale besturen worden actiever betrokken bij de opmaak van het GIP, maximaal rekening houdend met het BBC-systeem. Dit laat de lokale overheden toe het eigen investeringsbeleid af te stemmen in functie van gezamenlijke beleidsprioriteiten. Tevens biedt dit de mogelijkheid investeringen van nutsbe-drijven en andere overheidsentiteiten beter te coördineren. De investeringsmiddelen worden uiterlijk vanaf 2021 niet meer jaarlijks vast onderverdeeld op basis van de organisatie, maar volgens het goed-gekeurd GIP. Begrotingstechnisch worden de investeringskredieten samengevoegd en in functie van de aanbesteding en effectieve uitvoering van het programma vrijgegeven. De opvolging en rapportering hiervoor wordt opgenomen door het modusneutrale departement MOW. Het GIP wordt verder geprofessionaliseerd naar een planning én realisatietool. Naast het aanbe-stedingsproces en vastlegging, zal ook het uitvoe-ringsproces worden in kaart gebracht. Dit zorgt voor een transparante, digitale en publiek raad-pleegbare realisatiekalender. Dit biedt de uitvoe-rende entiteiten de gelegenheid om zorgvuldige aanbestedingen te organiseren, maar zal hen ook responsabiliseren in het behalen van de afge-sproken timings en vooropgestelde ramingen en maakt dit transparant voor de partners in de vervoerregio. De focus ligt op kwalitatieve aanbe-stedingen, binnen voorgestelde timing en budget. De hinder verbonden aan openbare werken wordt maximaal vermeden door een geïntegreerde en afgestemde planning met de verschillende betrokken spelers. Hiertoe zullen ‘best practices’ en knelpunten in het proces goed gedocumen-teerd worden en intern gedeeld. Tot slot wordt ook maximaal de ‘ex post’ situatie geanalyseerd en dus nagegaan welke de mobiliteits- en andere gevolgen zijn van betrokken investering. We pakken de organisatie van het beleidsdomein aan zodat het overheidsapparaat voldoende wendbaar is om de recordinvesteringen om te zetten in snelle realisaties op het terrein. Dit vergt een verregaande bundeling van expertise en knowhow binnen het beleidsdomein zodat deze in staat is om de investeringen uit het GIP daad-werkelijk te realiseren. De entiteiten organiseren zich functioneel en richten zich op onderlinge samenwerking en kennisdeling (ook met de vervoerregio’s). Realisatiegerichtheid en projectei-genaarschap zijn eigenschappen die bijkomend worden versterkt Voor complexe investeringspro-jecten wordt de integrale en gecoördineerde werkwijze van De Werkvennootschap en Lantis verdergezet. De vervoerregiowerking, de integrale en multimodale aanpak en het sterker inzetten op brede participatie en betrokkenheid van burgers en andere overheden bij projecten vergt specifieke competentieontwikkeling in het beleidsdomein MOW. Het decreet op de mobiliteitsverenigingen wordt geactualiseerd. Daarnaast screenen we alle procedures die voorafgaan aan openbare werken en zorgen we voor een maximale vereenvoudiging en versnelling. We blijven werk maken van een betere afstemming met de procedures inzake omgevingsbeleid. Ook de procedures inzake grondverwerving en onteige-ning worden verbeterd om er onder meer voor te zorgen dat er sneller knopen worden doorgehakt. Te vaak komen broodnodige investeringen in verkeersveiligheid en fietsinfrastructuur immers niet tot realisatie wegens aanslepende procedures of door te trage grondverwerving. In dat opzicht is een hervorming van de Dienst Vastgoedtransacties - vandaag nog al te veel een flessenhals op vlak van onteigenings-, aankoop en verkoopprocedures - essentieel. Ook wordt een einddatum inzake onderhandelingen over grondverwervingen bepaald zodat sneller kan overgegaan worden tot gerechtelijke onteigening. Ten dienste van de lokale besturen maar even-goed ten voordele van de verkeersveiligheid en de doorstroming, bekijken we hoe we de procedure aanvullende reglementen kunnen vereenvoudigen en versnellen.

Overzicht van Regeerakkoord Beloftes en Realisatie

Het regeerakkoord toonde een nadrukkelijke ambitie om een investeringsritme vast te leggen en te realiseren met focus op infrastructuur en mobiliteitsprojecten. Deze focus lag met name op duurzame en slimme investeringen, met een aanzienlijke aandacht voor fietsinfrastructuur, openbaar vervoer, en verkeersveiligheid.

Gerealiseerde Beloftes

  • Fietsinfrastructuur en Verkeersveiligheid: Het 'Plan Vlaamse Veerkracht' heeft middelen gereserveerd voor drie belangrijke pijlers, namelijk fietsinfrastructuur, verkeersveiligheid en duurzaamheid, en bevestigt hiermee de intentie van het regeerakkoord [0]. Bovendien wijst de verhoging van het Kopenhagenplan budget naar een investering van 157,2 miljoen euro erop dat er bovenop de verwachtingen wordt ingezet op ondersteuning van lokale fietsprojecten [1][2].

  • Doorstroming en Capaciteit van Hoofdwegen: Inspanningen zoals de voorlopige vaststelling van ontwerp GRUPs voor de herinrichting van verkeersknooppunten rond Brussel onderstrepen de prioriteit voor de verbetering van doorstroming op cruciale locaties conform de akkoordafspraak [3][4][5].

  • Openbaar Vervoer en Modal Shift: Projectsubsidies voor investeringen in fietssnelwegen en verfijning van openbaar vervoer kenmerken de verdere steun voor duurzaam vervoer [6]. Daarnaast wordt er met de ontwikkeling van een geïntegreerde planprocessen voor strategische locaties, zoals het gebied Mechelen, gestreefd naar een duurzame, modal shift bevorderende mobiliteit [7][8].

  • Inzet op Combi-mobiliteit: Het beleid rond 'Hoppinpunten', die de basis vormen voor combimobiliteit, toont een strategische investering in een modaal neutrale mobiliteitsaanpak [9][10].

Divergerende of Additionele Besluiten

  • Specifieke Projecten en Infrastructuur: Het regeerakkoord somt een scala aan infrastructuurprojecten op, waarvan velen de beloofde steun ontvangen hebben. Er worden echter ook nieuwe projecten en subsidies vermeld die niet expliciet in het akkoord zijn opgenomen. Dit duidt op een toegevoegde of gewijzigde prioriteitstelling, zoals de subsidies voor cultuurinfrastructuur [11][12].

  • Optimalisatie van Bestaande Procedures: Er zijn voorstellen tot wijzigingen in de regelgeving om projecten te vereenvoudigen en te versnellen, wat afwijkt van het originele plan maar wel in lijn is met de geest van efficiëntie en verbetering [13][14].

  • Uitbreidende Aandachtsgebieden: Het regeerakkoord wordt uitgebreid met aandachtsgebieden zoals de verdere ontwikkeling van het Vlaams Vastgoed Informatie Platform, dat niet specifiek is opgenomen in het oorspronkelijke akkoord [15].

Conclusie

De Vlaamse regering heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in het uitvoeren van de beloofde investeringsstrategieën, met een bijzondere nadruk op duurzaamheid en mobiliteit. De besluitvorming volgt overwegend het akkoord, met aanvullende initiatieven en aanpassingen die extra waarde kunnen toevoegen. Een gedetailleerde impactanalyse van deze beslissingen op de beoogde doelstellingen uit het regeerakkoord zou kunnen leiden tot een meer omvattende evaluatie.

Details

Referenties [0] : (2021-03-05) Plan Vlaamse Veerkracht: inzetten middelen beleidsdomein MOW

[1] : (2022-12-16) Plan Vlaamse Veerkracht: wijziging subsidiebesluit aan de Vlaamse gemeenten voor investeringen in fietsinfrastructuur

[2] : (2021-02-26) Plan Vlaamse Veerkracht: projectsubsidie fietsinfrastructuur Vlaamse gemeenten

[3] : (2021-10-08) Opstart geïntegreerde planprocessen voor een Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de herinrichting van vier knooppunten van de R0 oost op de Ring rond Brussel

[4] : (2021-07-09) Startbeslissing van het complex project ‘Viaduct Gentbrugge’

[5] : (2023-10-06) Voorlopige vaststelling ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Ringpark Zuid

[6] : (2022-07-15) Plan Vlaamse Veerkracht: projectsubsidie Vlaamse provincies voor investeringen in fietssnelwegen

[7] : (2020-07-17) Opstart geïntegreerd planningsproces gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘regionaalstedelijk gebied Mechelen’

[8] : (2022-11-10) Vaststelling gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Regionaalstedelijk gebied Mechelen’

[9] : (2021-07-16) Implementatiekader hoppinpunten of mobiliteitsknooppunten

[10] : (2021-11-19) Implementatiekader hoppinpunten of mobiliteitsknooppunten

[11] : (2021-07-09) Plan Vlaamse Veerkracht: Investeringssubsidies 10 projectvoorstellen culturele topinfrastructuur en cultuurinfrastructuur van bovenlokaal belang

[12] : (2022-10-28) Plan Vlaamse Veerkracht: groenblauwe infrastructuur - ontharden en vergroenen binnen lokale besturen

[13] : (2022-12-09) Plan Vlaamse Veerkracht: inhaalbeweging vernieuwing bedrijventerreinen

[14] : (2021-04-02) Erkenning MIA-infrastructuurwerken als specifieke situatie rond experimentregelgeving en regelluwe zone voor het wegwerken van verkeersonveilige situaties en de verbetering van fietsinfrastructuur

[15] : (2021-03-19) Plan Vlaamse Veerkracht: ontwikkeling, uitrol en beheer en exploitatie van het Vlaams Vastgoed Informatie Platform